De pompoen is echt een herfstgroente. De pompoen wordt in de late lente gezaaid en geplant en heeft de hele zomer nodig om te groeien, bloeien en vruchten te maken.
In deze blog lees je alles wat je moet weten over het kweken van pompoenen!
Zaaien
Pompoenplanten verdragen geen vorst. Om die reden zaai je ze niet te vroeg, rond eind april. De zaden duw je verticaal ongeveer 1 tot 2 centimeter diep in de grond. Zet de zaailingen op een zonnige plek, en geef voorzichtig water. De grond moet goed vochtig zijn, maar niet kletsnat, want dan kunnen ze rotten. Na een week kunnen de zaden al ontkiemen. Houd de zaailingen binnen tot IJsheiligen. Na deze datum is de kans op nachtvorst nihil. Nadat ze ontkiemd zijn, kun je wat water geven en zullen ze hard groeien.
Planten
Pompoenen kunnen heel groot worden met grote bladeren en vruchten. Om flinke pompoenen te groeien hebben ze veel voeding en water nodig. Pompoenen staan graag op een zonnige plek, maar doen het ook prima in de halfschaduw. Zorg voor een luchtige en vochtvasthoudende grond en geef voldoende voeding, in de vorm van compost. Voor een goede start plant je de zaailing bij voorkeur in een ruim gat dat je vult met wat potgrond of compost. Zet de planten op ongeveer 1 meter afstand van elkaar.
Verzorgen
Geef veel water, zodat de vruchten mooi kunnen groeien. In droge perioden vragen de planten wel 10 liter water per week. Je kunt de grond rondom de plant afdekken met een mulchlaag om de verdamping te beperken. Aan het begin is de afstand tussen de planten nog erg groot. Het is daarom belangrijk om de onbedekte grond onkruidvrij te houden. Ook hier kan een mulchlaag goed bij helpen.
Ziektes en plagen
Over het algemeen worden pompoenen minder aangetast door belagers dan andere komkommerachtigen. Wel moet je goed oppassen voor slakken. Wanneer het veel geregend heeft, kunnen slakken de jongen pompoenplanten opeten.
Bloeien en bestuiven
Wanneer de planten flink gegroeid zijn, ontstaan er bloemen aan de plant waar na verloop van tijd mini-pompoentjes uit ontstaan. Om deze pompoenen te krijgen moeten de bloemen van de pompoen bestuift worden. Dit wordt meestal door insecten zoals bijtjes en hommels gedaan, maar je kunt het ook met de hand doen.
Oogsten en bewaren
Pompoenen moeten voor de eerste nachtvorst worden geoogst. De meest geschikte tijd om dat te doen zijn in september en het begin van oktober. Wanneer de steel rimpelig wordt en groeven of droge barstjes krijgt is de pompoen rijp. Je oogst de pompoen door de steel dicht bij de stengel af te snijden met een scherp mes. Pompoenen kun je een paar maanden bewaren, op een koele, maar niet koude plaats. Leg ze in een rek of dozen, los van elkaar. Controleer de vruchten een paar weken op stevigheid en plekjes. Een pompoen die minder stevig is kun je binnen een week eten of in stukjes snijden en het vruchtvlees invriezen.
